In Kolwezi, een stad in het zuiden van Congo, woedt een strijd die veel Europeanen amper kennen. Terwijl de vraag naar kobalt en koper explodeert door de energietransitie, raken duizenden inwoners hun huizen en landbouwgronden kwijt. “De energietransitie mag niet alleen Europa ten goede komen,” zegt mensenrechtenadvocaat Donat Kambola van 11.11.11-partner IBGDH.

Het ISVI werkt met vakbondspartners in DRC die opkomen voor Waardig Werk, in het bijzonder binnen de mijnbouw. Daarnaast wordt er ook binnen de campagne JUST (gemeenschappelijke campagne van Solsoc, FOS en ISVI) aandacht besteed aan een case binnen deze sector in DRC, die nog maar eens toont hoezeer een rechtvaardige transitie die iedere werknemer ten goede komt, nodig is. Gegeven de actualiteit van discussies over klimaatverandering en de nood voor groenere energie, gegeven de oorlogsmisdaden die mee gevoed worden door de honger naar natuurlijke hulpbronnen van Westerse bedrijven en gegeven het feit dat er nog veel te weinig bewustzijn rond deze thema’s is, delen we enkele fragmenten uit het artikel Kolwezi, de Congolese stad die verdwijnt voor onze batterijen: “Bedrijven krijgen carte blanche”  van 11.11.11. Het volledige artikel vindt u terug op de website van 11.11.11.

Kolwezi ligt in het hart van koper- en kobaltvindplaatsen in de Congolese provincie Lualaba. De vraag naar die grondstoffen, onmisbaar voor bijvoorbeeld batterijen van elektrische wagens of de infrastructuur van datacenters, is de voorbije jaren pijlsnel gestegen. “Met de ondergang van het staatsbedrijf dat koper en kobalt exploiteerde, kwam de stad in een sociale en economische crisis terecht,” vertelt Kambola. De Congolese overheid besloot vervolgens in 2002 de Mijnbouwwet te herzien, waardoor verschillende buitenlandse multinationals zich in Congo konden vestigen. En dat doen ze massaal. 

Kambola zag in 2002 al de precaire staat waarin de stad zich bevond: “Toen ik me bewust werd van de armoede, besloot ik me na mijn rechtenstudies als advocaat in te zetten voor de verdediging van de rechten van lokale gemeenschappen. Het heeft me er ook toe aangezet om het Initiative pour la Bonne Gouvernance et les Droits Humains (IBGDH) op te richten,” legt Kambola uit.  

Meer dan twintig jaar later, is de stad omsingeld met mijnbouwbedrijven, die steeds verder willen uitbreiden. In een rapport bracht IBGDH samen met Amnesty International de mensenrechtenschendingen door de opmars van de mijnbouwbedrijven in kaart.  

Daaruit blijkt dat verschillende mijnbouwbedrijven die een belangrijke rol spelen in de energietransitie, zorgen voor een groot aantal illegale onteigeningen, die bovendien vaak op gewelddadige manier worden uitgevoerd. Brandstichting, intimidatie en fysiek geweld worden ingezet om de bevolking weg te drijven. De Congolese autoriteiten werkten daar bovendien actief aan mee. 

[…] 

“We bevinden ons in een mondiale energietransitie. De grond van Lualaba biedt de wereld koper en kobalt om deze transitie mogelijk te maken, maar onze bevolking zelf kampt met een ernstig energietekort,” legt Kambola uit. 

[…]

De impact van de mijnbouw is niet alleen sociaal, maar ook ecologisch desastreus. Mijnbouwbedrijven gebruiken bij de winning van mineralen veel water, dat op verschillende plaatsen geloosd wordt en naar de rivieren stroomt. “Vroeger konden mensen uit de rivier drinken of water gebruiken voor hun gewassen. Nu zit het vol giftige stoffen en zuren,” zegt Kambola. 

[…]

Daarnaast pleit het IBGDH voor due dilligence-verplichtingen (wetgeving rond het respecteren van mens-, arbeids- en milieurechten) voor alle actoren in de toeleveringsketen: “Van de winning tot de consumptie,” stelt Kambola. Deze zorgvuldigheidsverplichtingen moeten volgens hem meer zijn dan een loutere formaliteit. Hij ziet zo het potentieel van bedrijven om te investeren in de bevolking, met programma’s die bijdragen aan armoedebestrijding en de bevolking toegang geven tot elektriciteit.