Het ISVI en het ABVV vatten voor de volgende 5 jaar een nieuw hoofdstuk aan in de internationale syndicale samenwerking. We zullen werken in een gloednieuw reglementair kader.

De jaren 2015 en 2016 werden getekend door een intens hervormingsproces van de Belgische niet-gouvernementele samenwerking (NGS). Deze sinds 2011 in voorbereiding zijnde hervorming kreeg voor het eerst vaste vorm onder minister Labille waarna de volgende minister Decroo ze in 2015 opnieuw ontrafelde. Wat is de balans van de laatste twee jaar van zware onderhandelingen? Deze hervorming opgestart met het oog op meer efficiëntie, was in de eerste plaats een top-down proces. Ze nam de doelstellingen van de officiële samenwerking over en botste met de autonomie en de diversiteit van de actoren die slechts een kleine onderhandelingsmarge hadden omdat ze bedriegd werden met drastische budgettaire besparingen. In een voor de hervorming onzeker onderhandelingsklimaat heeft het screeningproces begin 2016 geleid tot een eerste beperking van de actoren op basis van zuivere managementscriteria. De vastlegging van financiële minima om toegang te krijgen tot de rechtstreekse financiering van programma’s leidde tot een tweede selectie, waardoor bepaalde financieel kleinere spelers zoals het ISVI in de problemen kwamen. We vermelden ook dat, terwijl de internationale debatten over de efficiëntie van de hulp blijven wijzen op het belang van een afstemming van het ontwikkelingsbeleid op de noden van de landen uit het Zuiden, deze laatste niet echt inspraak hebben gehad. Onze balans van deze hervorming bestaat uit contrasten. De samenwerkingsbanden met de actoren van het maatschappelijk middenveld zijn verstevigd. Het ISVI en het ABVV zetten voor 2017-2021 een gezamenlijk ambitieus programma op, onder de noemer waardig werk, in samenwerking met FOS, SolSoc en de socialistische ziekenfondsen. De toekomstige uitdagingen zijn groot, maar dat zijn de kansen voor maatschappelijke verandering en voor een grotere impact in de landen uit het Zuiden ook.