Het 4e Wereldcongres van het Internationaal Vakverbond werd gehouden van 2 tot 7 december in Kopenhagen onder de slogan "Building Workers' Power: Change the Rules" ("de macht van werknemers uitbouwen: verander de regels"). Er kwamen meer dan 1.200 vakbondsleden uit 130 landen bijeen, die in totaal 207 miljoen werknemers en werkneemsters uit de hele wereld vertegenwoordigden.

Het ISVI maakte deel uit van de ABVV-delegatie. Het Congres was een gelegenheid om actief deel te nemen aan debatten over de toekomst van de werkwereld en over de internationale vakbeweging. Het is ook een gelegenheid geweest voor tal van bilaterale contacten tussen onze delegatie en delegaties van over de hele wereld, in het bijzonder met de partners waarmee we ons ontwikkelingssamenwerkingsprogramma uitvoeren.

Tijdens dit congres organiseerden we samen met de twee andere instituten voor vakbondssamenwerking, BIS-MSI en IIAV-IEOI, een gemeenschappelijk evenement rond klimaat en rechtvaardige transitie. Daarbij brachten we onze samenwerkingspartners samen met andere vakbonden die aanwezig waren op het Congres. Dit evenement was een gelegenheid om de aandacht te vestigen op de goede vakbondspraktijken van onze partners in het zuiden en in het noorden op het gebied van de rechtvaardige transitie. Het bood ook de kans om een debat te voeren over de verschillende manieren waarop de vakbonden in hun land omgaan met de uitdaging van de klimaatopwarming.

Een antwoord op de COP24
Parallel aan het IVV-Congres werd ook de langverwachte 24e wereldklimaatconferentie georganiseerd in Katowice, Polen. Drie dagen voor ons evenement, op maandag 3/12, werd een belangrijke syndicale mijlpaal bereikt met de ondertekening door een groot aantal regeringen van de Verklaring van Silezië over de Rechtvaardige en Solidaire Transitie. Deze verklaring werd geïnitieerd door het Poolse Voorzitterschap. Ze herinnert aan het engagement van de ondertekenende regeringen m.b.t. een rechtvaardige transitie voor de werkwereld, aan hun verbintenis deze transitie op te nemen in hun nationale bijdragen voor het klimaat, en aan de betrokkenheid van de werknemers en hun vertegenwoordigers bij dit proces.

Enorme inspanningen te leveren
Ondanks die positieve noot, weten we dat de inspanningen die moeten worden geleverd in de strijd tegen de klimaatopwarming enorm groot blijven. Ze moeten weerspiegeld worden in politieke maatregelen én in een radicale gedragsverandering bij bedrijven, maar ook bij de burgers in hun dagelijks leven. In hun speciaal verslag dat kort voor de COP24 werd gepubliceerd, trekken de klimaatdeskundigen van de VN (IPCC) hard aan de alarmbel : als we niets doen, zal de opwarming van de aarde aan het einde van de eeuw al +4 °C gestegen zijn ten opzichte van het pre-industriële niveau. Nooit was de kloof tussen het emissieniveau en de noodzakelijke vermindering zo groot als nu! De Staten moeten absoluut de lat voor hun ambities veel hoger leggen… Het gaat dan o.a. over het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, de financiering van de aanpassing en steun voor de schadeloosstelling van de slachtoffers.

Klimaatrechtvaardigheid: een syndicale bekommernis
Het zijn de meest kwetsbaren onder ons die als eerste slachtoffer worden van de klimaatopwarming. Dat geldt zowel op internationaal als op nationaal niveau. Het zijn de armste landen, en de meest kwetsbare lagen van hun bevolking, die de eerste slachtoffers van de opwarming van de aarde zijn. 95% van de slachtoffers die tussen 1979 en 2004 stierven als gevolg van natuurrampen, woonde in een ontwikkelingsland. In Afrika bezuiden de Sahara hebben onderzoekers het probleem van voedselzekerheid als dé ultieme uitdaging geïdentificeerd, omwille van de droogte- en overstromingsrisico’s en naar aanleiding van de gewijzigde neerslagpatronen. Naar schatting zullen meer dan 250 miljoen mensen tegen 2050 noodgedwongen hun huizen moeten verlaten als gevolg van de klimaatverandering, die vooral de landen in het zuiden treft, en in de eerste plaats de vrouwen. De klimaatverandering versterkt de ongelijkheid en vormt een bedreiging voor de mensenrechten. Deze klimaatongelijkheid tussen de volkeren is een onrecht dat de vakbeweging ook wil bestrijden.

De vakbeweging benadrukt nogmaals zijn engagement in de klimaatstrijd
De inzet van de vakbeweging voor een rechtvaardige overgang is niet nieuw: al ruim 10 jaar levert de beweging een strijd om een Rechtvaardige Transitie af te dwingen. Een transitie waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten en bezorgdheden van werknemers over de hele wereld in het kader van de strijd tegen klimaatverandering. De vakbondsbeweging werd al gehoord op de COP21, en de Rechtvaardige Transitie maakt deel uit van het Akkoord van Parijs.

We willen dat de onvermijdelijke transitie naar een koolstofarme samenleving concreet wordt in de sociaaleconomische realiteit van de werknemers, dat die sociaal rechtvaardig en democratisch is en tegelijkertijd ook hoogwaardige banen creëert. De strijd tegen klimaatongelijkheid is ook belangrijk, en dit houdt in dat de rijkdom beter verdeeld moet worden en dat ook sociale, economische en fiscale ongelijkheid bestreden moet worden op internationaal niveau. Die strijd voor een ander maatschappijmodel moet per definitie op internationaal niveau worden gevoerd.

Wat zijn de goede vakbondspraktijken op het gebied van rechtvaardige transitie?
Tijdens dit evenement wilden we zo concreet mogelijk zijn. Daartoe hebben we goede vakbondspraktijken voor een rechtvaardige transitie geïdentificeerd. Samantha Smith, Directrice van het IVV-centrum voor Rechtvaardige Transitie en deskundige ter zake, heeft eerst een stand van zaken gegeven van goede vakbondspraktijken wereldwijd. Daarbij verwees ze naar voorbeelden uit Canada, Nigeria, Nieuw-Zeeland, enzovoort. Vervolgens was het de beurt aan onze gezamenlijke partners, namelijk CSA-TUCA (de Zuid-Amerikaanse afdeling van het IVV) de KSBSI (Indonesië) en COSATU (Zuid-Afrika). Zij lichtten op hun beurt de goede praktijken toe uit de 3 continenten waar we actief zijn in projecten voor ontwikkelingssamenwerking. Het was ook een gelegenheid voor het ABVV, het ACV en het ACLVB om de goede praktijken van de drie Belgische vakbonden in België toe te lichten, zowel wat betreft de vorming van vakbondsafgevaardigden in de bedrijven als wat betreft de campagnes en de gemeenschappelijke acties voor beleidsbeïnvloeding.

Het was een mooi moment van uitwisselingen tussen Noord-Zuid-Zuid ter ere van het 15-jarig bestaan van onze programma’s voor vakbondssamenwerking. Laten we samen de strijd voor het klimaat voortzetten!