Pays Action Placeholder
Pays Action
Bekijk de foto's

De context

Rwanda doet het op economisch vlak vrij goed. De economische groei bedroeg in 2018 zowat 6%. Toerisme en diensten zitten in de lift, de inkomsten uit de mijnindustrie daarentegen daalden. Dit is voor een groot deel te wijten aan de lage prijzen voor grondstoffen.

Landbouw vertegenwoordigt 33% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van Rwanda. Het is de belangrijkste economische activiteit voor de huishoudens op het platteland (en vooral bij vrouwen) en is nog steeds hun belangrijkste bron van inkomsten. Het aantal mensen in de landbouw wordt op iets minder dan 80% van de totale bevolking geschat. De sector voldoet aan 90% procent van de nationale voedselbehoeften en genereert voor meer dan 50 % van de inkomsten uit export van het land.

Thee is het tweede belangrijkste exportproduct van Rwanda en het is een belangrijke bron van inkomsten voor meer dan 30.000 kleine boeren en 60.000 huishoudens. Deze boeren produceren meer dan 65% van het totaal van de theeproductie van Rwanda. De theesector verschaft tewerkstelling voor heel veel mensen, zowel op plantages als in de verwerkende bedrijven. De meesten van hen zijn dagloners en tijdelijke arbeidskrachten.

Kigali stad blijft groeien. De stad kende een bevolkingstoename van ca. 15% in de periode 2015-2016 en de vooruitzichten voor 2017-2018 voorzagen een groei van 35%. Meer en meer mensen migreren naar de stad omwille van het toenemend aantal arbeidsplaatsen of om zelf een bedrijf op te starten. Dit zet druk op de beschikbare infrastructuur en de vraag naar betaalbare huisvesting stijgt. Dit biedt uiteraard kansen voor de bouwsector.

Op 4 augustus 2017 werd president Paul Kagame voor een derde mandaat herkozen. Dit was enkel mogelijk dankzij een grondwetsherziening. Een president kon maar 2 mandaten van telkens 7 jaar aan de macht blijven. De herziene grondwet voorziet nu in een derde 7-jarig mandaat, en maakt ook nog 2 bijkomende mandaten van vijf jaar mogelijk vanaf 2024. In theorie kan Kagame dus tot 2034 aan de macht blijven.

Op democratisch en syndicaal vlak is er nog werk aan de winkel. Rwanda heeft een wettelijk kader dat de vrijheid om aan te sluiten bij vakbonden en het onderhandelen van cao’s toelaat, maar desondanks blijven er vele uitdagingen voor de vakbonden: de sociale dialoog staat nog in zijn kinderschoenen en de bovenvermelde vrijheden worden zelden gerespecteerd door de werkgevers.

 

Werkzekerheid, veiligheid en gezondheid op het werk, het zou vanzelfsprekend moeten zijn.
Het ISVI en het Federaal ABVV werken al meer dan 10 jaar samen met CESTRAR, (Centrale des Syndicats des Travailleurs du Rwanda), gesteund door de expertise van de Algemene Centrale voor de activiteiten in de bouwsector. In 2008 werd de samenwerking met de Algemene Centrale en STECOMA (Syndicat des Travailleurs des Entreprises de Construction, de Menuiserie et de l’Artisanat) vastgelegd in een partnerschapsovereenkomst.

In 2016 besliste de Brusselse Intergewestelijke om vanaf 2017 het vaandel over te nemen van Federaal ABVV en in een partnerschap te stappen met CESTRAR voor de activiteiten in de theesector.

Samen werken we aan het uitbouwen van sterke, representatieve vakbonden, met een groot ledenaantal, die in staat zijn om als volwaardige sociale partner aan de onderhandelingstafel te zitten met werkgevers en overheden en om goede arbeidsvoorwaarden voor de werknemers te bekomen.

In ons programma leggen we het accent o.a. op het afsluiten van sectorovereenkomsten die een garantie bieden op veiligheid en gezondheid en op het onderhandelen van stabielere arbeidscontracten voor werknemers in de bouw- en theesector. De meeste werknemers in deze sectoren zijn dagloners, Ze worden blootgesteld aan risico’s op ziekten en arbeidsongevallen, maar zijn niet gedekt door de arbeidsrechten: ze hebben geen arbeidscontract, hebben dus ook geen recht op jaarlijkse vakantie, op moederschapsverlof, op ziekteverzekering en dergelijke meer.

Enerzijds sensibiliseren we de werknemers over vakbondsrechten, over veiligheid en gezondheid op het werk en over de kracht van collectieve actie. We letten erop dat we in onze activiteiten voldoende aandacht schenken aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, nl. jongeren en vrouwen.

Anderzijds stelt een goede vorming over arbeidsrecht, over veiligheid en gezondheid, onderhandelingstechnieken, en dergelijke meer de delegees in staat om beter op te komen voor hun collega’s werknemers en om mee te zorgen voor meer sociale vrede in de bedrijven.

Verder investeren we ook in het opstarten van regionale kantoren, wat nodig is om de veranderingen op het terrein beter – en vooral sneller – te kunnen opvolgen en om makkelijker bereikbaar te zijn voor de werknemers.

Onrechtstreeks werken we mee aan het PANAF programma in Rwanda. Dit programma van internationale vakbondssamenwerking is gericht op arbeiderseducatie. Het Federaal ABVV is één van de vakbonden die dit programma mee beheert, samen met vakbonden uit Zweden, Brazilië, de Afrikaanse vleugel van het Internationaal Vakverbond en de Afrikaanse Organisatie voor Vakbondseenheid.

Alle deze activiteiten samen zorgen voor grotere en sterkere vakbonden, die dankzij een actieve achterban meer slagkracht hebben voor hun onderhandelingen met werkgevers en overheden.

Enkele cijfers

  • 10,9 miljoen

    Bevolking (2017)

  • 2,8%

    Demografische groei (2016)

  • 64,1 jaar

    Levensverwachting

  • 2,55%

    Inflatie

  • 151

    Welzijnsindex (/187 landen)

  • 6,1%

    Economische groei (IMF 2018)

  • Koffie en thee

    Belangrijkste exportproduct