Benin
De context
Bénin is een relatief klein land (3 X groter dan België met ongeveer hetzelfde bevolkingsaantal), met als grootste stad en tevens economisch centrum Cotonou. De officiële hoofdstad in Porto-Novo.
De politiek van Benin speelt zich af in het kader van een presidentiële representatieve democratische republiek, waarin de president van Benin zowel staatshoofd als regeringsleider is, binnen een meerpartijenstelsel. De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de regering. De wetgevende macht berust zowel bij de regering als bij de wetgevende macht. De rechterlijke macht is officieel onafhankelijk van de uitvoerende en de wetgevende macht, maar in de praktijk is haar onafhankelijkheid geleidelijk uitgehold door de heer Talon, en het Grondwettelijk Hof wordt nu geleid door zijn voormalige persoonlijke advocaat. Het politieke systeem is afgeleid van de grondwet van Benin van 1990 en de daaropvolgende overgang naar de democratie in 1991.
Benin scoorde hoog in de 2013 Ibrahim Index of African Governance, die de staat van bestuur op het hele continent uitgebreid meet. Benin werd gerangschikt op de 18e plaats van 52 Afrikaanse landen en scoorde het best in de categorieën veiligheid & rechtsstaat en participatie & mensenrechten. In zijn wereldwijde persvrijheid index 2007 plaatste Reporters Without Borders Benin op de 53e plaats van 169 landen. Die plaats was in 2016, toen de heer Talon aantrad, gedaald tot de 78e plaats en is sindsdien verder gedaald tot de 113e plaats.
Het democratische systeem van Benin is sinds het aantreden van president Talon uitgehold. In 2018 voerde zijn regering nieuwe regels in voor het werven van kandidaten en verhoogde de kosten voor registratie. De kiescommissie, vol met bondgenoten van de heer Talon, heeft alle oppositiepartijen uitgesloten van de parlementsverkiezingen in 2019, met als resultaat een parlement dat volledig uit aanhangers van de heer Talon bestaat. Dat parlement heeft vervolgens de kieswetten zodanig gewijzigd dat presidentskandidaten de goedkeuring van ten minste 10% van de parlementsleden en burgemeesters van Benin moeten krijgen. Aangezien het parlement en bijna alle burgemeestersposten door de heer Talon worden gecontroleerd, heeft hij nu zeggenschap over wie zich kandidaat kan stellen voor het presidentschap. Deze veranderingen zijn door internationale waarnemers veroordeeld en hebben ertoe geleid dat de regering van de Verenigde Staten de ontwikkelingshulp aan het land gedeeltelijk heeft stopgezet.
De regering van President Talon trekt resoluut de kaart van economische groei. De liberale koers en het steeds groter worden democratisch deficit zorgt voor een steeds kleiner wordende ruimte voor oppositie, maar ook een shrinking space voor CVOs.
De keuze van de regering leidde tot economische groei (meer dan 14% per jaar groei van het BNP), tot de COVID-19 pandemie toesloeg en ook Bénin trof. Bénin ging heel even op slot, maar was één van de eerste landen die terug haar luchthaven opende en de verplichte quarantaine ophief. Op dit moment is het vooral de toeristische sector die nog het meeste lijdt onder de pandemie. De landbouw blijft voorlopig één van de belangrijkste sectoren. Opvallend detail: de haven wordt geëxploiteerd door de Haven van Antwerpen.
Hoewel de vakbonden in Benin tot 75% van de formele beroepsbevolking vertegenwoordigen, rapporteert het IVV (ITUC) ernstige problemen binnen de grote informele economie (95% van de werknemers en werkneemsters), waaronder een gebrek aan gelijke beloning voor vrouwen, het gebruik van kinderarbeid en de aanhoudende kwestie van dwangarbeid.
Partners:
- CSA-Bénin – Confédération des Syndicats Autonomes du Bénin
- UNSTB – Union Nationale des Syndicats des Travailleurs du Bénin
Samenvatting interventielogica (Geografische focus, sectoren, strategieën, doelstellingen, partnerschappen en eventuele synergiën)
Het CSA-Bénin en UNSTB blijven inzetten op het organiseren van werknemers, en dit ook in de informele sector. Dit heeft te maken met de overtuiging dat de rechten van élke werknemer en werkneemster moeten verdedigd worden, maar ook het besef dat daar ook de grootste groeimarge zit. COVID-19, en dan vooral de overheidsmaatregelen, hebben trouwens pijnlijk duidelijk gemaakt dat de pandemie informele werknemers en werkneemsters veel harder treft. Grotere en dus sterkere vakbonden versterken de onderhandelingspositie. Dit is cruciaal in de komende jaren tijdens dewelke de discussies rond Just Transition enkel maar in belang zullen toenemen. De vakbonden begeleiden informele werknemers ook in het proces om hun werk te formaliseren. Bénin is immers één van de weinige landen die daarvoor een procedure in het leven heeft geroepen. Ook hebben informele werknemers de mogelijkheid om vormingen te volgen om hun zaak beter en duurzamer te beheren. De belangrijkste doelstelling is het verduurzamen van het inkomen en dus de zaak zelf, wat de activiteit ook is.
Het CSA-Bénin en het UNSTB zullen hun expertise rond de SDGs, maar vooral Just Transition opbouwen. Ze hebben immers de ambitie om, samen met bevriende organisaties uit het middenveld, met eigen voorstellen komen om ervoor te zorgen dat de transitie, die onvermijdelijk is, wel degelijk rechtvaardig is. Ze willen de werknemers en werkneemsters in het centrum van het debat plaatsen en er tevens voor zorgen dat het publiek debat inclusief is. Gemeenschappen, werknemers, kwetsbare maatschappelijke groepen, … moeten (kunnen) deelnemen aan dat zo belangrijke debat en inspraak hebben op de beslissingen. Een belangrijke uitdaging gezien het politieke en economische beleid van de huidige president.
Om dit vorige op een geloofwaardige manier te kunnen doen, willen de beide organisaties zelf hun interne democratie en vooral inclusie versterken. Informele werknemers en werkneemsters moeten tot de syndicale beslissingsstructuren kunnen toetreden, en ook vrouwen moeten meer en actiever bij het syndicale werk betrokken worden. Een goede balans tussen mannen en vrouwen in het leiderschap is de doelstelling.
CSA-Benin en UNSTB zijn lid van het ITUC-Africa. Beide organisaties zijn ook betrokken bij het migratieproject (regionaal project gecoördineerd door ITUC-Afrika).
CSA-Benin en UNSTB nemen deel aan het Pan-Afrikaanse programma voor arbeiderseducatie (PANAF). Dit is een programma voor samenwerking tussen vakbonden, gebaseerd op de methodologie van de studiekring. Het is aanwezig in 15 Afrikaanse landen en wordt geleid door Union to Union (Zweden)(Union to Union = het ISVI van Zweden die het beheer verzekeren van de ontwikkelingsprojecten gefinancierd door het SIDA (Zweedse DGD) voor LO en TCO), CUT (Brazilië), ITUC Africa, de Organisation of African Trade Union Unity, OATTU en het ABVV. De voornaamste strategie van dit programma is het opbouwen van een vakbeweging die verenigd is in haar acties. De methodologie van de studiekringen stelt de vakbonden in staat met een minimum aan middelen een maximaal aantal werknemers te bereiken.
Samenvatting van de belangrijkste activiteiten
- Een syndicaal beleid dat zich richt op het versterken van interne inclusie uitwerken en in werking stellen ;
- Animatoren en animatrices vormen voor de study circles ;
- Study circles organiseren ;
- Werknemers en werkneemsters begeleiden en vormen tijdens hun transitie naar een formele job ;
- Vakbondsleiders vormen rond de thema’s van SDG’s en Just Transition ;
- Formeel de schendingen van mensenrechten en syndicale rechten aanklagen ;
- Pleiten voor de ratificering van de IAO-Conventie 190 ;
- De opvolging en begeleiding (monitoring) doen van het project en met de partners.
Enkele cijfers
-
13 miljoen
Bevolking
-
90%
Informele economie (ondernemingen)
-
60%
Werkloosheidscijfer
-
47%
Analfabetisme
-
4
Plaats in Afrikaanse katoenproductie
-
163
Welzijnsindex (/188 landen)