Pays Action Placeholder
Pays Action
Bekijk de foto's

De context

De Democratische Republiek Congo is een gigantische land (de oppervlakte komt ongeveer overeen met héél West-Europa is de voormalige kolonie van België en telt tussen de 90 en 100 miljoen inwoners. Het is tekenend voor het land dat men het niet precies weet. Kinshasa is de hoofdstad.

De DRC heet zo nadat het na het regime na Mobutu de naam Zaïre veranderde. Op dit moment is Felix Tshisekedi de president en probeert het land terug op de rails te krijgen en ook meer aansluiting te vinden bij de internationale gemeenschap na het regime van Kabila (vader en zoon). Eén van de belangrijkste problemen die de ontwikkeling van het land afremmen is de corruptie. Tot nu toe heeft de huidige president daar nog geen significant komaf mee kunnen maken. Het land is officieel democratisch en heeft een parlement met een tweekamerstelsel.

De economie van de DRC kenmerkt zich als zeer extractivistisch. Land- bos en mijnbouw zijn bijzonder belangrijk voor het land. Koper wordt al heel lang ontgonnen, maar naast vele andere waardevolle grondstoffen is er kobalt. Deze grondstof is essentieel voor de moderne technologie en de DRC is goed voor 60% van de huidige wereldwijde productie. Helaas vertaalt deze grondstoffenrijkdom zich niet in een hogere levensstandaard voor het land, noch in significante ontwikkeling of de uitbouw van een industrieel weefsel in het land. De toegevoegde waarde op basis van deze grondstoffen wordt vooral in het ontwikkelde landen gerealiseerd. Het maakt het land heel afhankelijk en ook kwetsbaar van de buitenlandse vraag (niet in het minst van China die in haar eentje 40% van de ontgonnen grondstoffen gebruikt) en de prijs ervan op de internationale markten. Ondanks de rijkdom in grondstoffen is het belangrijk te wijzen op de belang van de land – en bosbouw en visvangst voor de tewerkstelling (75%) en het aandeel in het BNP (rond de 50%, afhankelijk van de bron).

Bovendien is de rijkdom in grondstoffen een motor voor gewapende conflicten en geweld, vooral en niet toevallig in gebieden die rijk zijn aan die grondstoffen. Vooral de gewone burgers zijn het slachtoffer en moeten vaak op de vlucht slaan. Zij die blijven bekopen het met hun leven, of worden het slachtoffer van brutaal geweld en verkrachting. Het heeft een negatieve impact op de (economische) ontwikkeling.

De meeste werknemers en werkneemsters zijn terug te vinden in de informele economie. De formele bevinden zich voornamelijk in de administratie (ambtenaren) en in de parastatalen. De Wereldbank schat het percentage informele werknemers en werkneemsters op 80%, vakbonden stellen dat het 97% is. Dit hoge percentage vertaalt zich ook in een hoog percentage aan werknemers in armoede. Deze is hoog en wijdverspreid. De COVID-19 pandemie heeft dit nog verergert. In 2018 (voor de pandemie) de Wereldbak schatte het aantal mensen die het met minder dan $1,90 (de internationale armoedegrens) moet doen op 73% van de bevolking, wat 60.000.000 mensen betekent.

Op syndicaal vlak zien we een enorme proliferatie en versplintering van de vakbonden, maar ook een lage sindicalisatiegraad (5%). Het zijn vooral de formele werknemers die georganiseerd zijn. Er is een groeiend besef en ook inzicht in de noodzaak ervan om de werknemers en de werkneemsters in de informele economie te organiseren. De meeste vakbonden zijn ideologisch geïnspireerd.

Partners:

  • UFF – L’UNION FAIT LA FORCE

Samenvatting interventielogica (Geografische focus, sectoren, strategieën, doelstellingen, partnerschappen en eventuele synergiën)

L’UFF, l ’Union Fait la Force is een vakbondsplatform die uit drie interprofessionele confederaties bestaat: COSSEP, CDT en UNTC. Belangrijkste doelstelling is de eenheid van de syndicale actie versterken om zo meer te kunnen wegen op het beleid en op de sociale dialoog.

Om haar rol ten volle te kunnen spelen wil het UFF zelf vooral een meer democratische, representatieve, inclusieve en capabele organisatie worden. Ze wil in staat zijn om de nodige ondersteuning te bieden voor de syndicale vorming. Deze moeten de competenties van vakbondsafgevaardigden om werknemers en werkneemsters te organiseren, mobiliseren, sensibiliseren, conflictmanagement, en om beter de arbeidsrechten te verdedigen en af te dwingen, net als het verbeteren van de arbeidsveiligheid en – gezondheid. Ook wil ze de capaciteiten van de syndicale leiders versterken.

Het UFF wil een sterke en geloofwaardige stem in het maatschappelijke debat zijn, en al zeker op thema’s die voor werknemers en werkneemsters belangrijk zijn. Ze willen daarbij zeker de nodige aandacht besteden aan de belangen van werkneemsters en jonge werknemers. Het UFF verdedigt Waardig Werk, maar ook in het debat rond de SDG’s en de Just Transition wil ze haar rol spelen.

Het UFF zal daarom haar expertise rond de SDGs, maar vooral Just Transition opbouwen. Ze hebben immers de ambitie om, samen met bevriende organisaties uit het middenveld, met eigen voorstellen komen om ervoor te zorgen dat de transitie, die onvermijdelijk is, wel degelijk rechtvaardig is. Ze willen de werknemers en werkneemsters in het centrum van het debat plaatsen en er tevens voor zorgen dat het publiek debat inclusief is. Gemeenschappen, werknemers, kwetsbare maatschappelijke groepen, … moeten (kunnen) deelnemen aan dat zo belangrijke debat en inspraak hebben op de beslissingen.

Om dit vorige op een geloofwaardige manier te kunnen doen, willen de organisatie zelf haar interne democratie en vooral inclusie versterken. Jonge werknemers, en werkneemsters, moeten tot de syndicale beslissingsstructuren kunnen toetreden en moeten meer en actiever bij het syndicale werk betrokken worden. Een goede balans tussen mannen en vrouwen in het leiderschap is de doelstelling.

Op het terrein blijft het UFF ook de werknemers en werknemers versterken door middel van de beproefde methodologie van de arbeiderseducatie via studiecirkels. Het is een laagdrempelige en relatief goedkope manier om werknemers, werkneemsters en afgevaardigden op basisniveau te sensibiliseren en hun capaciteiten te versterken.

Samenvatting van de belangrijkste activiteiten

  • Ontwikkelen en uitvoeren van vakbondsbeleid ter versterking van de interne inclusie;
  • Versterking van de opleidingsstructuren, ook van de structuren voor vrouwen
  • Trainen van de animators van de studiecirkels
  • Organiseren van studiecirkels
  • Opleiden van vakbondstrainers;
  • Delegees vormen;
  • Organiseren van wervingscampagnes;
  • Jaarlijks een eisenbundel opstellen;
  • Vakbondsleiders opleiden in de thema’s van de SDG’s en de Just Transition;
  • Schendingen van vakbonds- en mensenrechten formeel aan de kaak te stellen;
  • Follow-up van en toezicht op het project en de partners